Roel van Duyn en het 'Hier en
Nu' overwegingen van een anarchistisch
denker
"In de herfst van '61 bestond in Den Haag een actieve
Ban-de-Bom-groep. Een van de deelnemers, Roel van Duijn, schreef later: 'Deze bom
fungeerde als een kop van Jut, waarop wij al onze afkeer en woede
jegens het hier en nu konden beproeven'."
"Roel van
Duijn kwam in '63 naar Amsterdam om te gaan studeren. Hij bleef zich
bemoeien met het 'geweldloze verzet'. en andere acties in de stad.
Dit geweldloze verzet maakte intussen een ontwikkeling door, die de
tegenstander niet was ontgaan. Commissaris De Ruyter zei hierover na
een sit-down actie: "Ik heb sterk de indruk dat men bij dit soort
demonstraties kennelijk in de eerste plaats uit is op
relletjes"... In deze tijd promoveerde Wouter
Buikhuizen op het proefschrift 'Achtergronden van nozemgedrag',
waarin hij nozems ook als 'provo's' benoemde. Roel van Duijn
nam dit woord op een gegeven moment over. Een nieuwe beweging was
geboren... (Klik voor bron)
Over het blad PROVO:PROVO is een maandblad voor
anarchisten, provoos, pleiners, opruiers, bajesklanten, magiërs,
pacifisten, analfabeten, happeners, syndikalisten, pyromanen,
klazen, co-assistenten, verschrikkelijke sneeuwmannen, raddraaiers,
BVD-ers en ander rappalje. PROVO heeft iets tegen kapitalisme,
kommunisme, fascisme, burokratie, militarisme, professionalisme,
dogmatisme en autoritairisme.
De jaren zestig werden gedomineerd door twee aan elkaar
tegengestelde bewegingen, die elkaar desondanks onvoorwaardelijk
steunden, waaruit een intelligent mens de conclusie kan trekken dat
het anti-intellectuele bewegingen waren.
De twee hoofdgroeperingen waren:
1. De Moralisten (overwegend marxistisch georiënteerd), en:
2. De Nihilisten (provo's, hippies,
flowerpowergroeperingen en meer van dergelijke quasi-idealistische
bewegingen).
De moralisten wilden de marxistische utopie 'concretiseren' (de
droom waar maken - simpel uitgedrukt). De nihilisten wilden op hun
eigen wijze lol maken in het leven, en sommigen maakten daarbij
gebruik van Oosterse nep-goeroe's, die een beetje lol in het leven
blijkbaar ook wel een aardig idee vonden. Als anarchistisch
schrijver ging en gaat mijn sympathie in de eerste plaats uit naar
de loltrappers, de mensen die je een grote mate van individuele
vrijheid gunnen en die je niet steeds lastig komen vallen met op
doodgewone kwaadaardigheid berustend moralisme. Maar omdat ik een
serieuze anarchistische schrijver ben, bleef de band die ik met de
PROVO-beweging onderhield een 'platonische' band - zo van: leuk om
mee om te gaan, maar nooit van z'n leven zo eentje in je bed - want
neuken kun je niet met die lui! Neuken is de meest intense
vorm van contact die er is - of beter gezegd - neuken hoort de
meest intense vorm van contact te zijn - en daarom vind ik het erg
belangrijk dat je in je beoordeling van menselijke relaties jezelf
steeds de vraag blijft stellen: "Kan ik samen met zo iemand een
toestand van orgasme bereiken?" Roel van Duyn is een personage
dat mij erotisch gezien volkomen koud laat. Ik durf zelfs zo ver te
gaan te zeggen dat zelfs wanneer mijn geslachtsdeel zich in een
toestand van geërecteerde opwinding bevindt, de binnenkomst van Roel
van Duyn er onmiddellijk zorg voor draagt dat mijn opgewonden piemel
zo heel ineens als een klein uitgeblust ouwemannenpenisje tussen
mijn benen hangt. Oranje Vrijstaat - noemt hij dat...
Ik was in de jaren zestig niet vrij. En dat komt omdat ik
gedwongen was deel uit te maken van een studentengeneratie die
helemaal niet in de ban van PROVO was, maar in de ban van Mao Tse
Tung en Fidel Castro. Castro en Provo zijn tegengestelde zaken.
Castro's stalinistische opvattingen (waarbinnen de dictatuur van de
partij centraal staat) domineerden de universiteiten en PROVO had
daar helemaal niets te vertellen. Maar omdat Roel van Duyn geen echte PROVO was, maar
een personage dat de zwarte oogkleppen van de autoritaire mens
verving door de witte oogkleppen van de zogenaamd vrije mens, daarom
zag hij niet in wat voor een gruwelijke beweging de marxistische
beweging in feite was, een beweging die op zo'n blinde wijze alles
wat autoritair was te lijf wilde gaan, dat jonge autoritaire, maar
wel zeer vrijheidslievende studenten - zoals ik er een was - in hun
'heerlijke nieuwe wereld' geen plaats konden vinden. Als serieus,
autoritair studentje vond ik dat gedoe rond het Amsterdamse
Lieverdje helemaal niks en die witte kleren en witte fietsen
waarmee provo's aan het dollen waren zag ik alleen maar als een
teken van een dreigend om zich heen grijpende infantiliseringdrang,
waarvan ook het blind-utopische denken van de jonge marxisten
volgens mij een teken was. Kortom: wanneer ik de naam Roel van
Duym hoor, dan komen er geen dromen van heerlijke vrijheid en
puberale ongedwongenheid in mijn hoofd bovendrijven, maar hele nare,
donkere gedachten: over mijn Amsterdamse zolderkamertje en de koude
winterdagen die ik daar eenzaam door moest brengen en de
aangepastheid van de braven die de wilden ongestoord hun gang lieten
gaan en de wilde vrijheidsdrang van witte-pakken-dragers, die in
mijn zwarte coltruien en zwarte blazers geen teken van vrijheid en
onafhankelijkheid konden zien.
Wit is nooit de kleur van het anarchisme geweest. Iedereen
die iets afweet van anarchisme weet dat de anarchisten een zwarte
vlag als hun symbool koesteren. Zwart is de kleur van de autoriteit,
hetgeen wil zeggen dat anarchisme geen nihilistische protestbeweging
is, maar een autoritaire beweging, die valse autoriteit wil
vervangen door echte autoriteit. De provo's verwierpen domweg
elke vorm van autoritair denken, en dat was dan ook de reden dat ik
met een grote boog om iedere gek die zich op een witte fiets in
Amsterdam voortbewoog heen liep. O, ik heb wat afgeleden in
Amsterdam in de jaren zestig. Als autoritaire
anarchist... Gelukkig is PROVO dood, bestaat het marxisme niet
meer, en zit Harry Mulisch op 2 februari 2002, tijdens het
huwelijksfeest van Maxima en Willem-Alexander als eregast in de
Nieuwe Kerk. Zij zijn dood. Maar ik leef! En dat feit geeft mij
grote voldoening. Daar kom ik eerlijk voor uit.
Ik leef. En van dat leven wil ik getuigen. O, als een
zwarte, anarchistische vlinder vlieg ik boven de wereld, en overal
kijken de mensen naar mij omhoog en zij vragen zichzelf af: "Wie is
die mooie zwarte vlinder, daar hoog in de stralend blauwe lucht?" En
dat ben ik! Roel van Duyn moet niks hebben van zwarte vlinders.
Daarom is hij in de pen gekropen en heeft hij de moeite genomen een
groot tegen de monarchie gericht artikel te schrijven, dat in zijn
geheel is geplaatst door de redactie van de Volkskrant, die van
harte bereid is alle rotzooi te publiceren, mits de artikelen voor
de volle honderd procent anti-anarchistisch zijn. Roel van Duyn
heeft het huwelijk van Beatrix en Claus meegemaakt als provo. "Wij
bereidden", zo schrijft hij (VK, 30-1-2002), "ons voor met
pamfletten, geruchten en door met een koffiemolentje calciumchloraat
te vermalen in zilverpapier, om ons zo te voorzien van
rookbommen". De acties van Roel van Duyn waren niet gericht tegen
Claus of Beatrix, hetgeen ik veel logischer zou hebben gevonden,
want de kreet TRIX IS NIX heeft altijd sterke gevoelens van
begrip en meegevoel in mij opgeroepen, maar tegen 'de
monarchie'. De kreet 'tegen de monarchie' zegt mij als anarchist
helemaal niets. Het zal mij een zorg zijn of we in een republiek
leven of in een monarchie. Waar het om gaat als anarchist is of een
koning of een president aan het hoofd staat van een
democratie of aan het hoofd van een dictatuur. Met
andere woorden: dient de koning het volk of eist hij van het volk
slaafse verering? Een koning die het volk wil dienen is een
democratische koning. Hij dient niet zijn eigen egoïstische
verlangens, maar hij probeert het volk de idealen van de democratie
bij te brengen - want dat is zijn taak als dienaar van een
democratisch staatsbestel. Koning zijn is een taak die niet zwaar
hoeft te zijn - wanneer je er zelf voor kiest. Van Prins Claus is
bekend dat hij altijd een tegenstander is geweest van de monarchie,
zowel uit principiële redenen, maar ook omdat hij in feite te
afstandelijk, te verlegen, te gereserveerd - of - simpeler
uitgedrukt - te stijf voor het koningschap was. Claus wilde geen
koning zijn. Zijn droom was een stille ranch ergens in Zuid-Afrika,
waar hij samen met zijn vrouw op een stille, rustige wijze zou
kunnen genieten van een rustig, burgerlijk leventje. Beatrix
heeft dat kleinburgerlijke verlangen nooit goed aangevoeld (toch te
veel oranjegevoel waarschijnlijk), waaruit je moet concluderen dat
er met de huwelijksrelatie Beatrix-Claus iets mis was. Met de
monarchie is in feite niets mis - mits je mensen vindt die er lol
aan kunnen beleven en er ook lol aan mogen beleven. Maxima is een
geboren koningin, maar wanneer ze een tweede Claus moet worden dan
wordt ze een dode koningin. Beatrix en Claus waren in feite grote
missers. Ze hebben de tijd uitgezeten en daar is alles mee gezegd.
Een leuke tijd is het niet geweest. Maar het moest. En daarmee uit.
Want we leven in het NU.
Roel van Duyn wilde dertig jaar geleden protesteren tegen het
'hier en nu'. Daarom klinkt zijn uit het verleden overgenomen
protest tegen de monarchie erg oubollig en ouderwets. We leven niet
meer in de jaren zestig. We leven - zoals gezegd - in het NU.
Wie in het NU leeft moet aan komen dragen met gedachten,
voorstellen en beelden die in het NU passen. En wanneer we
terugblikken op de provobeweging dan kunnen we eigenlijk maar een
gedachte uit dat tamelijk infantiele witte-pakken-museum overnemen,
namelijk het idee van de Oranje Vrijstaat. Het Nederlandse
Vorstenhuis dient vrijheid uit te dragen. Dat idee bestond in de
jaren vijftig en zestig onder Juliana wel. Toen zongen we
'Holland Vrij, Holland Blij', maar die gedachte is onder
Beatrix volledig verdwenen. Holland was niet vrij en Holland was
niet blij. Holland deed maar wat, Claus voelde zich een gevangene,
en vrije, anarchistische geesten hadden in die zogenaamd vrije
wereld niets te vertellen. De monarchie afschaffen kan je
weliswaar een republiek brengen, maar geen geestelijke vrijheid,
want geestelijke vrijheid heeft vrijheidssymbolen nodig en dat is nu
juist de enige zinvolle functie van het koningschap: Drager zijn
van de symbolen van onze vrijheid. Beatrix en Claus hebben
dat nooit gekund omdat hun levensopvattingen teveel van elkaar
verschilden. Beatrix wilde koningin zijn. Claus wilde geen koning
zijn. Die tegenstelling heeft op een indirecte wijze heel het
geestelijke leven beheerst. Geen eenheid. Afgedwongen eenheid.
Tegenstellingen verdoezelen en verbergen onder het masker van de
schone schijn. Wat we van Maxima en Willem-Alexander mogen eisen
is dat ze een eenheid vormen, dat ze samen het koningschap
uitdragen. Wanneer de een wel wil en de ander niet is er iets
mis. Willem-Alexander heeft een slechte start gemaakt met de
keuze voor een exclusief hervormde huwelijksdienst. Het kiezen voor
een hervormde dienst is geen uiting van overgave aan de
ander. In de overgave aan de ander worden tegenstellingen
opgeheven. Je haalt uit de twee godsdiensten de mooiste
verworvenheden en uit die mengeling van godsdiensten bouw je een
eigen eredienst op. Dat is de Oranje Vrijstaat en daar
zou Roel van Duyn als ex-provo (nu) naar moeten streven. De
tegenstelling Monarchie Republiek is in onze moderne democratie een
schijntegenstelling. De monarchie is franje, zoals de oranje
wimpel aan onze nationale driekleur. Als ex-provo moet je
bewondering hebben voor franje. Want franje is antiautoritair,
antikapitalistisch, anticommunistisch, en ga zomaar
door... Franje is versiering, en daarom mag een Oranjevorst nooit
een saaie, stijve calvinist zijn. hetgeen een boodschap is die
Willem-Alexander tot nadenken zou moeten stemmen.
Zwolle, 30 januari
2002
Bron url
|