|
Deelvraag 3 1.
Nozems 2. Pleiners en Dijkers 3.
Provo's 4.
Hippies
|
Op welke manier verschilde de Nederlandse jongerencultuur van de
Amerikaanse? En welke jongerengroeperingen waren er allemaal in de
jaren zestig?
Pleiners en Dijkers Rond 1960
vormde zich op het Leidseplein de 'culturele variant' van deze
nozems, de 'pleiners' geheten. Ze kozen cafe Reijnders als haar
voornaamste trefpunt. Reclame, fotografie, mode, kunst en ook
bijvoorbeeld journalistiek boden deze jongeren goede mogelijkheden
om zich zelf te ontplooien. Nog jongere mensen (waar je misschien
nog beter van kinderen kan spreken), die praktisch allemaal nog op
de middelbare school zaten verzamelde zich in de poffertjeskraam op
de hoek van de Weteringschans en de Vijzelgracht. Amsterdam werd
wederom opgeschrikt toen de politie bekendmaakte dat de
Leidsepleinjeugd, maar vooral de 'poffertjeskraamgroep' een enorm
aantal winkeldiefstallen had gepleegd. Het was het begin van de
welvaartsmaatschappij. De jongeren wilden meer dan dat ze geld
hadden, en de ouders konden steeds maar het zakgeld verhogen. Die
verhoging liep sterk achter op de behoeftes van de jongeren wat
zoals verwacht natuurlijk nogal eens tot conflicten leidde. Verder
was er de behoefte aan een 'kick', vaak werd het geld dan ook
besteed aan geestverruimende middelen, die erg ‘in’ waren op dat
moment: marihuana en het geheimzinnige LSD. Inderdaad, dat spulletje
waar ook die vier jongens uit Liverpool mee experimenteerden. Dat er
ook geld besteed werd aan brommers, blijkt wel uit de foto
hiernaast. Je ziet er de pont over het IJ, begin jaren '60.
004
|
 |
De jongeren die de Nieuwendijk als voornaamste
trefpunt hadden, werden nu de 'dijkers' genoemd. De overkoepelende
naam zoals de gewone burger en de kranten deze beide groepen
noemden, bleef 'nozem'. Zwart-wit gezien, waren dit de verschillen
tussen deze groepen: de pleiners waren artistiek (of probeerden dat
te zijn), hielden van filosoferen en over kunst praten. Ze waren
redelijk goed opgeleid, stelden zichzelf graag buiten de
maatschappij en waren anti-autoriteit. Ze droegen vaak
'bordeelsluipers' (dat zijn suede schoenen), luisterden naar jazz,
later ook beatmuziek. Ze reden bij voorkeur op een Puch (of Tomos),
deze brommer wordt den nu vaak nog steeds gezien als hét symbool van
de vrijgevochten jaren '60 jeugd. De dijkers hielden van rock 'n'
roll muziek, hadden vetkuiven, droegen puntschoenen, witte t-shirts
en al dan niet een colbert of leren jasje. Ze waren wat lager
geschoold dan de pleiners. Ze reden vooral op opgevoerde
'buikschuivers' van allerlei verschillende fabrikanten, zoals DKW,
Royal Nord, Eysink, Kreidler, en Zundapp. Een overeenkomst met de
pleiners was hun hekel aan (geuniformeerd) gezag. Het was vooral
deze groep, die rond 1960 de problemen op de Dam veroorzaakte.
Al met al baarde deze 'nozems' de samenleving zorgen. Waar moest
het naar toe met het 'keurige' en gezagsgetrouwe Nederland? Er
vonden diverse studies plaats.
Halverwege de jaren '60
vervaagde langzaam de tegenstelling. Pleiners en dijkers vonden
elkaar in een algemene vorm van rebellie. Er was geen behoefte meer
om op elkaar te meppen of zelfs te schelden. Gezamelijk werden beat
concerten bezocht. Een bekende uitgaansgelegenheid was de dancing
'Las Vegas' op de Korte Nieuwendijk. Hier speelden de Outsiders en
Short 66 geregeld.
|
 Het Damrak |
Wally Tax (zanger van de Outsiders) zegt over deze
periode in de Panorama van 18 februari 1967 het volgende: "Wij
wilden nergens bijhoren, we dachten allemaal hetzelfde, over alle
mogelijke dingen. Wij waren allemaal wat men noemde: pleinjeugd.
Goed bekent met het Leidseplein en omstreken. En langharig. Ook toen
al. Waarom? Gewoon omdat we dat fijn vonden. Je moet toch de
aandacht trekken? Je had toen de pleiners en de dijkers, de lui van
de Nieuwendijk. Dat was water en vuur. Nou is dat allemaal
afgestapt, door elkaar gelopen. Nou kan je praten over pleikers en
dijners, en het stelt niks meer voor". Het was duidelijk, de strijd
was beslecht en onbeslist geeindigd. Op de foto zie je het Damrak in
'65. Puchjes, Tomossen en buikschuivers staan gebroedelijk naast
elkaar. Een nieuwe jongerenbeweging zou zich doen gelden: de
Provo's. Deze kwam deels voort uit de pleiners en zou nog jaren,
o.a. met 'happenings', tegen de heilige huisjes in Nederland
schoppen, alvorens dood te bloeden. Het duurde tot de kraak -en
punktijd, tot er weer een opleving van tegendraads jongerenprotest
kwam.
Volgende
onderwerp > >
|
|
|
|