|
Deelvraag 3 1.
Nozems 2.
Pleiners en Dijkers
3. Provo's 4.
Hippies
|
Op welke manier verschilde de Nederlandse jongerencultuur van de
Amerikaanse? En welke jongerengroeperingen waren er allemaal in de
jaren zestig?
Provo's Het ontstaan van Provo is
te danken aan een ontmoeting tussen de ‘anti-rookmagiër’ Robert
Jasper Grootveld en de anarchist Roel van Duijn. Grootveld was een
glazenwasser toen hij zich bezig ging houden met antireclame en de
opbouw van een tegencultuur tegen de consumptiemaatschappij. Vanaf
1961 sierde hij de sigarettenadvertentie met een grote ‘K’ voor
kanker. De verslaving aan een sigaret gebruikte Grootveld als
symbool van de verslaving van de moderne consument. Hij werd in
december 1961 ook gearresteerd vanwege het bekladden van de
advertenties en belandde in de gevangenis. Na zijn vrijlating kreeg
hij een pand tot zijn beschikking en wijdde dit tot
‘anti-rooktempel’. Er werden in de tempel bijeenkomsten gehouden
onder belangstelling van personen als Harry Mulisch en Ramses
Shaffy. Het bestaan van de tempel was niet van lange duur, de tempel
brandde een paar weken later af en Grootveld kreeg een
voorwaardelijke gevangenisstraf wegens brandstichting. Vanaf 1964
vonden zijn bijeenkomst plaats bij het standbeeld ‘Het Lieverdje’,
het beeld was geplaatst door sigarettenfabrikant Hunter. Roel van
Duijn was betrokken bij Ban-de-Bom acties in november 1961 in Den
Haag. Hij was een overtuigd anarchist, dit zijn personen die de
staat verwerpen en een maatschappijvorm voorstaan waarin de mens
zich los van overheersing en dwang in vrijheid kan ontplooien, en
betreurde het feit dat anarchisme in Nederland weinig
aantrekkingskracht had. Van Duijn was iemand die wilde provoceren en
mensen daartoe opriep. Van Duijn was schrijver, maar na ruzie op
zijn werk besloot hij een eigen krant op te richten. Als naam koos
hij voor Provo, afkomstig van provoceren en
provocatie.
|
 Provo's op de Dam |
In 1965 werd via pamfletten de meningen van
provo verspreid. In die tijd maakte (toen nog prinses) Koningin
Beatrix bekend zich te verloven met de Duitse Claus von Amsberg.
Hierdoor ontstond protest bij de Provo’s. Zij strooiden pamfletten
uit met teksten die duidelijk maakten dat zij het absoluut niet eens
waren met de aanstaande bruidegom. Koningin Beatrix maakte bekend
dat ze in Amsterdam zou gaan trouwen, dit was nog nooit eerder door
een Oranje gedaan. Het eerste nummer van het tijdschrift Provo
verscheen op 12 juli 1965. Een week later werd het in beslag genomen
door de politie en de redacteuren, waaronder Van Duijn, werden in
hechtenis genomen. Van Duijn en zijn vrienden noemden zich vanaf die
tijd Provo’s. Vanaf 31 juli 1965 veranderden de happenings in een
toeloop van mensen en een gratis optreden van de politie. Het geweld
van de politie nam toe. Er volgden veel arrestaties. De Provo’s
vroegen herhaaldelijk aan de gemeente of de politie wilde stoppen
met optreden, maar hieraan werd geen gehoor gegeven. De Provo’s
hinderden het verkeer en verstoorden de orde volgens de
politie.
|
 Protesterende Provo's |
In de eerste maanden van 1966 richten de
Provo’s zich op het aankomend koninklijk huwelijk. Er werd een
provo-Oranje comite opgericht en er ontstonden veel geruchten. De
Provo’s zouden LSD in het Amsterdams leidingwater mengen en LSD aan
de paarden van de politie voeren. De politie nam deze geruchten zeer
serieus. Op 10 maart, de dag van het huwelijk, was het zover. De
televisiebeelden spraken voor zich. De Provo’s staken enkele
rookbommen af en de ongeregeldheden werden over de hele wereld
verspreid via de televisie. Wat de camera’s niet lieten zien was het
hardhandig optreden van de politie tegen alles wat op Provo leek,
dat betekende dat langharige jongeren het doelwit waren. De
provobeweging kwam met iets opmerkelijks. In 1966 werden er
gemeenteraadsverkiezingen gehouden in Amsterdam en de Provo’s wonnen
op 1 juli 1966 een zetel. Bernhard de Vries werd het
gemeenteraadslid. Dit gaf hij nog geen jaar later op en Luud
Schimmelpennink nam het over. Hij moest het Witte-Fietsenplan
verdedigen. Het Witte-Fietsenplan had als doel de auto als
hoofdzakelijk vervoersmiddel te laten verdwijnen. Er zouden een
aantal witte fietsen door Amsterdam gaan zwerven. Deze zouden geheel
gratis zijn in gebruik en iedereen mocht er gebruik van maken.
Verder had de Provobeweging een Witte Lijkenplan.
Verkeersmoordenaars moesten met een beitel in het asfaltdek de
silhouet van het slachtoffer uithollen en met witte specie vullen.
Bovendien moest het slachtoffer een witte begrafenis krijgen op
kosten van de moordenaar. En ook bestond het Wittevuilnisbakkenplan.
Vuilnisbakken moesten omgebouwd worden tot wieg om zo jonge gezinnen
op weg te helpen.
In 1967 werd de Amsterdamse burgemeester op
het matje geroepen bij de minister-president en die vond dat het
klaar moest zijn met de ordeverstoring in de hoofdstad. Hierop
volgde een commissie die een vernietigend rapport schreef en hierop
werd burgemeester van Hall, van Amsterdam, ontslagen. Een paar dagen
later verdween ook Provo. De Provo’s vonden het instituut Provo
onbruikbaar en probeerden vanaf nu een andere manier te vinden voor
het verkondigen van hun ideeën. Er volgden nog wel demonstraties
tegen de oorlog in Vietnam en voor de Witteplannen.
Volgende
onderwerp > >
| |
|
 |